Fez

Een boeiende citrusteelt

Het was alweer een tijdje geleden dat we Marokko bezochten. Ditmaal gaan we naar Fez, niet voor streetfood, we gaan op zoek naar een van de grootste citrustelers van de regio, L’Agrumiste.

In de medina, het oudste ommuurde deel van de stad met een labyrint van straatjes, is de tijd blijven stilstaan. We worden over­weldigd door de kleuren van alle mogelijke kruiden, stoffen en de prachtige gebouwen van de koranscholen. De verkopers van lederwaren staan te springen om je op hun dak te verwelkomen.
Hier krijg je een prachtig uitzicht over de gekleurde baden van de leerlooierijen waarin de huiden zacht worden gemaakt of worden voorzien van een nieuw kleurtje. Een bosje munt moet
de indringende geur verzachten, want om het leer te verzachten, wordt duivenpoep gebruikt. Gelukkig zien onze reukvooruitzichten bij L’Agrumiste er frisser uit.

OrangeOrange

Domaine TchinTchin te M’Kansa ligt op een uurtje rijden van Fez. Ondertussen genieten we van de prachtige landschappen. Daar waar het Rif- en Atlasgebergte elkaar ontmoeten, begon Laurent Boughaba in 2013 met het aanplanten van de citrusboomgaarden. Laurent, van Frans-Marokkaanse origine, richtte verscheidene verzorgings­tehuizen op in Parijs, maar de liefde voor Marokko bleef altijd aanwezig. Zijn grootvader had in de jaren ’50 één van de grootste olijvenplantages in Noord-Marokko, hij had toen 4.000 werknemers in dienst. Laurent is gepassioneerd door citrusvruchten en lanceerde in samenwerking met INRA-CIRAD een programma om nieuwe soorten citrusvruchten voor morgen te creëren. Vanwaar de passie voor de Marokkaanse citrus? “Ik wilde iets anders overbrengen aan mijn kinderen dan enkel de drukte van de grote steden zoals Parijs.
De olijfgaarden van mijn grootvader hadden geen succes meer. Ik vond nergens nog goede smaakvolle clementines of appelsienen. Ik begon me via de keuken te interesseren voor hun diversiteit. Zo leerde Pascal Barbot me nieuwe smaken kennen. Ik wilde de kwaliteit en de waarde van de citrusvruchten uitbreiden en eerlijke producten kunnen aanbieden.
Ik werd aangetrokken door de smaak, de mond en de buik. En toen ontdekte ik al heel snel een heelal: opmerkelijke mensen, enthousiaste­lingen die de wereld konden doorkruisen om een enkele variëteit te vinden. In 2013 besloten mijn vrouw en ik op zoek te gaan naar een geschikte plaats.“ Tchin Tchin vindt zijn oorsprong aan de oevers van de Sebou-rivier. Op 80 hectare vruchtbare grond worden 80.000 bomen aangeplant, vrij van glysofaat en schadelijke producten.
De wilde munt groeit in grote hoeveelheden tussen de gangpaden van de boomgaarden. Zo laten de insecten de bomen met rust. Inmiddels werden er 250 verschillende soorten citrusbomen aangeplant. De bakermat van alle citrussoorten ligt in Zuid-Oost Azië en archeologische aanwijzingen voor de teelt van citrusfruit zijn er al uit 2.100 v. Chr. “Ik wil enkel vruchten waarvan ik zelf houd. Mijn doel is om nieuwe variaties te blijven creëren. Op de draagstam van een citrusboom worden nieuwe plantjes geënt. Ze worden genetisch bepaald. De kwaliteit van de onderstam is uiterst belangrijk.” Julien Ganteil, ingenieur agronoom en tevens directeur van TchinTchin, zoekt samen met Laurent naar steeds nieuwe fruitkruisingen. Julien, eerst actief in Madagascar voor de teelt van vanille, is echt gepassioneerd. Binnen de zes maanden leerde hij Arabisch spreken en paste zich snel aan de lokale gebruiken aan. Welke eigenschappen bepalen de kwaliteit van de vruchten? “De grond, de ligging, voldoende water en uiteraard het klimaat. Onze winters gaan van het vriespunt tot -5°C, maar in juli stijgt de temperatuur tot 50°C!” Vanwaar de naam TchinTchin? “ Orange is ‘el Tchin’ in het Arabisch. Het woord is een verbastering van het woord China. Dus TchinTchin is ‘OrangeOrange’ in het Arabisch. Hoe vaak gebruiken we het niet wanneer we met onze vrienden een drankje delen. Dus, kom hier binnen, maak een wandeling en ontdek de enorme diversiteit aan citrusvruchten, smaak, feest en TchinTchin! Een kleine anekdote; de naam van de plantage ‘L’Agrumiste’ werd door mijn jongste zoon uitgevonden toen hem op school gevraagd werd wat zijn papa deed. Hij antwoordde: Ah, hij is agrumiste”.

De oorsprong

De aanplanting van de citrusvruchten start met de pit. In de pit zit het eigenlijke zaad. Er zijn maar vier echte citrussoorten, namelijk de pompelmoes of Citrus grandis, de mandarijn of Citrus reticulata, de sukadecitroen of cedraat Citrus medica en de Citrus Micrantha.
De sinaasappel bijvoorbeeld is een kruising en geen aparte soort. Zo’n kruising blijft bij citrussoorten lang in stand. Uit de pitten van citrusvruchten groeit van nature meestal geen kruising van een vader- en moederplant, maar een kloon van de moederplant.
De bestuiving door de bijen is eveneens van het uiterste belang. “Hommels en bijen vliegen van bloem naar bloem en verzamelen nectar wat later wordt omgezet in honing. Het stuifmeel dat aan hun achterste pootjes blijft hangen, wordt actief en passief meegenomen. Bij het bezoek aan meerdere bloemen kunnen stuifmeelkorrels overgebracht worden.
Na een tijdje valt de mannelijke bloem af, de vrouwelijke groeit verder en geeft de zaden. Deze worden geplant en zorgen ervoor dat er vruchten ontstaan. Dankzij de bijen bestaat er een diversiteit aan fruit”. De Red Lemmon is bijvoorbeeld een kruising tussen mama clementine en papa citron caviar. Om alle percelen met de verschillende citrus­bomen te bezoeken, verplaatsen we ons met een klein elektrisch wagentje. We stoppen en proeven ontelbare vruchten waarvan we steeds vaststellen dat ze ongelooflijk fris, dan weer zuur of zoet, maar altijd een streling voor de tong zijn. Mandarijnen, clementines, rode pompelmoes, yuzu, citroen caviar, pomelo, kumquat, sudachi en zoveel meer.

Logistiek

Op de plantage werken continu 30 mensen. Mits elke vrucht op een ander tijdstip plukklaar is, hebben de plukkers uit de regio werkzekerheid. Elke vrucht wordt met veel zorg behandeld. “Een goed geoogste citrusvrucht moet zijn kroon behouden, zodat er geen microben in het fruit kunnen terechtkomen. We moeten ook oppassen dat er geen hout achterblijft dat de vrucht kan doorboren. Eén enkele beschadigde citrusvrucht kan een hele krat aantasten.” De geplukte vruchten worden onmiddellijk in emmers met water gelegd zodat ze hun essentiële oliën kwijtraken. Deze kunnen sporen op de citrusschil achterlaten. Om de export van de vruchten op een zo efficiënt mogelijke manier te laten verlopen, werd er een verpakkingscentrum en logistiek centrum opgericht naast de plantage. De geplukte citrusvruchten worden op een transportband nogmaals grondig gereinigd. Bij de verdeelband worden ze computergestuurd onder­verdeeld volgens grootte, kleur, kwaliteit en soort. Elke vrucht wordt handmatig in kartonnen dozen gelegd. Dan gaan ze de koeling in bij een constante temperatuur van 6°C. Tweemaal per week is er een transport naar Frankrijk vanwaar de verdere verdeling gebeurt. In de buurt van het verdeel- en distributiecentrum heeft Laurent tevens een groot waterreservoir gebouwd. Het water uit de Sebou-rivier wordt hier gezuiverd en verzorgt de ganse water­bevoorrading voor de hele plantage. Na een leerrijke dag concluderen we dat Laurent een man vol passie voor de natuur en de citrusvruchten is. Zijn producten zijn het proeven en gebruiken meer dan waard.

© 2019 Culinaire Saisonnier. Alle rechten voorbehouden